Neste investeert 1,9 miljard euro in de bouw van een nieuwe fabriek in Rotterdam. Het bedrijf heeft daarover een definitieve investeringsbeslissing genomen. Doel is om de productie-eenheid in de eerste helft van 2026 op te starten.

In maart 2020 kondigde Neste al aan dat het van plan was haar productiecapaciteit voor hernieuwbare producten in Europa te vergroten. De twee mogelijke locaties: Rotterdam of Porvoo in Finland. In maart vorig jaar hakte het bedrijf deze knoop door: het verschil in kosten woog significant in het voordeel van Rotterdam. Doorslaggevend waren de logistieke kosten, de locatie-specifieke bouwkosten en de beschikbaarheid van koolstofarme waterstofvoorzieningen.

De nieuwe fabriek voor hernieuwbare producten wordt gebouwd op de Eerste Maasvlakte in Rotterdam. Het bedrijf heeft daar al een raffinaderij voor duurzame diesel. De huidige capaciteit van 1,4 miljoen ton in Rotterdam is de grootste in Europa. Daar komt met de nieuwe productie-eenheid nog eens 1,3 miljoen ton per jaar bij. De totale capaciteit van hernieuwbare producten in Rotterdam komt dan op 2,7 miljoen ton per jaar, waarvan 1,2 miljoen ton duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) wordt.

Overname

Eind 2020 nam Neste ook al de Rotterdamse raffinaderij van Bunge Loders Croklaan over. De raffinaderij staat naast de bioraffinaderij van Neste en bestaat uit een voorbehandelingsinstallatie, een tankpark, steigers en een pijpleidingverbinding naar het terrein van Neste.

Met de overname van de raffinaderij wilde Neste de voorbehandelingscapaciteit voor hernieuwbare grondstoffen in Rotterdam sneller opschalen. En het bedrijf wil in de overgenomen raffinaderij een steeds complexere afval- en reststoffenstroom kunnen verwerken. Het bedrijf betaalde 258 miljoen euro voor de overname.