FrieslandCampina is druk bezig met het formuleren van zijn eigen watervisie. De coöperatie vertegenwoordigt 18.261 melkveehouders in Nederland, Duitsland en België en heeft duurzaamheid hoog in het vaandel. Sustainability manager Klaas Vos kijkt naar de wereldwijde toeleveringsketen om de CO2-emissies aan banden te leggen, de watervoetafdruk te verkleinen en de afvalstromen binnen de perken te houden. Dat water daarin steeds zwaarder meeweegt heeft niet alleen met verantwoord ondernemen te maken, maar ook met risicomanagement.
Beperking van de watervoetafdruk stond wel al langer als doel in de MVO rapporten van de zuivelcoöperatie, maar krijgt de laatste jaren een prominentere positie. ‘Waar de toegang tot schoon, zoet water tot voor kort vanzelfsprekend was, zien we nu tekenen van verdroging en verzilting’, zegt Vos. ‘In onze buitenlandse vestigingen kan de lokale waterkwaliteit ook problemen opleveren. In Nederland is met name de kwantiteit een uitdaging. Een aantal vestigingen zit al op het maximale van de grondwatervergunning en kunnen daardoor niet uitbreiden. Het is ons er dus alles aan gelegen om het waterverbruik zoveel mogelijk terug te dringen.
Waarde
Als investeringen in water vanuit strategisch oogpunt niet doorslaggevend zijn: we merken ook dat elke bespaarde liter water leidt tot verlaging van het energieverbruik. Wat dat aangaat wordt de waarde van water veel te laag ingeschat. We pompen water op tegen een kostprijs van twee cent per kuub. Drinkwater kost al snel vijftig cent per kuub. Maar als je de kosten meeneemt van het zuiveren en verwarmen van het water voor het proces en verwerken en afvoeren na het proces, kom je op veel hogere prijzen. We rekenen intern dan ook met prijzen van vier tot tien euro per kuub. Als je met een reële kostprijs rekent, is het ook eenvoudiger investeringen in waterbesparing af te wegen tegen de kosten en opbrengsten. Maar dan moet je dus wel goed inzicht hebben in de water- en energiestromen door de hele keten.’
De doelstelling is om in 2025 het watergebruik per ton product met twintig procent te verlagen. Vos: ‘Dat is een behoorlijke ambitie, aangezien we jaarlijks 25 tot dertig miljoen kuub water gebruiken. Dichterbij zou al in 2021 een besparing van acht procent moeten zijn gerealiseerd. We liggen op lijn en benoemden al de projecten die de doelstellingen zullen verwezenlijken.
Schaarste
Vos werkt momenteel aan de Watervisie van FrieslandCampina. Hierin komen duidelijke richtlijnen te staan over de inzet van verschillende soorten kwaliteiten water, waterbesparende maatregelen en best available technieken. ‘FrieslandCampina startte zijn processen in tijden waar water ruim voorradig was en energie redelijk betaalbaar. Het besef van schaarste laat je andere keuzes maken. Neem bijvoorbeeld de koeling van de seals van pompen. In een gemiddelde vestiging staan zo’n 48 van dit soort pompen en daarmee gaat al éénderde van het waterverbruik naar koeling. Dat water pompen we op met een temperatuur van zo’n twaalf graden Celsius, koelt een pomp en gaat dan direct het riool in. Dat kan natuurlijk ook anders. Je kunt het seal-water ook voor een bepaalde periode recirculeren en pas verversen als bepaalde grenswaarden worden bereikt. Dit vraagt wel om een investering, maar levert direct 25 tot dertig procent waterbesparing op.
Rentmeesterschap
Eenvoudiger wordt het er volgens Vos niet op. ‘Het beheren en beheersen van koeltorens vergt andere kennis dan de inzet van grondwater. Je moet kennis hebben van fouling, scaling en rekening houden met eventuele legionellabesmetting. Dat is allemaal te voorkomen door voldoende kennis en procedures. Verstandig watergebruik heeft vooral te maken met het beheersen van je stromen. Je moet dus per site weten welke opties je hebt, welke stromen er in gaan en welke er uit. En hoe de waterkwaliteit en kwantiteit de prijs en kwaliteit van je producten beïnvloedt.
Goed rentmeesterschap klinkt misschien wat saaier dan spectaculaire water- en energiebesparende projecten. Maar goed doordacht onderhoud, het voorkomen van verliezen en kleine modificaties kunnen net zo veel besparingen opleveren. Zo kwamen we er achter dat de koeling van een homogenisator veel te ruim was gedimensioneerd. De procestechnologen zetten voor de zekerheid de kraan maar volop open zodat er zeker genoeg koelcapaciteit was. Door te bekijken wat echt nodig was, konden we het waterverbruik significant terugbrengen. Dat is heel snel verdiend met alleen een aanpassing van een procedure.’
Waterballet
Wat spectaculairdere projecten betreft, valt het recent opgeleverde Waterballet extra op. In de vestiging van FrieslandCampina in Borculo investeerde het bedrijf onlangs in een zuivering die condensaat opwaardeert. Vos: ‘We zijn dan wel een grote watergebruiker, maar we onttrekken ook heel veel water aan onze producten. Het water dat we na de concentratie en droogprocessen overhielden, werd na een kleine zuiveringsstap geloosd op het oppervlaktewater. De kwaliteit ervan was echter zo goed, dat zich een businesscase aandiende voor hergebruik. Het bleek redelijk eenvoudig om het water met een paar extra stappen te zuiveren naar drinkwaterkwaliteit. Een combinatie van biologische zuivering, microfiltratie en reverse osmosis bleek voldoende om het water op de juiste kwaliteit te brengen.’
Best practice
Het succes in Borculo smaakt naar meer en de aanpak wordt dan ook als best practice meegenomen in de Watervisie. ‘De vestigingen van FrieslandCampina in Beilen, Veghel en Leeuwarden voeren een vergelijkbaar proces en zouden eveneens significante waterbesparingen kunnen doorvoeren. Dit zijn ook precies de locaties die tegen de onttrekkingslimiet lopen.’