North Sea Port liet een studie uitvoeren naar de haalbaarheid, vormgeving en uitrol van een ondergronds transportnetwerk om klimaatambities waar te kunnen maken. De kosten voor alleen al een netwerk van CO2 en waterstof begroot North Sea Port binnen het eigen havengebied op 110 miljoen euro. Daar komt een versterking van het elektriciteitsnet nog bij. Maar minstens zo belangrijk is grensoverschrijdende samenwerking.
Transport van CO2, waterstof, synthetische nafta en warmte zijn nodig om in de komende vijf tot dertig jaar de CO2-uitstoot in het havengebied van bijna 22 miljoen ton per jaar te verminderen. En om de transitie naar een klimaatneutrale industrie tegen 2050 waar te maken. De studie naar de mogelijke uitrol van een grootschalige pijpleidinginfrastructuur levert een aantal aanbevelingen op om dit te realiseren.
Om CO2 te gebruiken en te verminderen, moet die bij bedrijven worden afgevangen en vervolgens worden ingezet als grondstof. Dit heet carbon capture and utilisation, oftewel CCU, en daarvoor is pijpleidinginfrastructuur nodig. CCU is echter niet altijd meteen haalbaar. Als overgangsmaatregel zal de opvang en opslag van CO2 nodig zijn, oftewel carbon capture en storage (CCS). De studie is daar heel duidelijk over.
Groene waterstof
Om de opvang en opslag van CO2 te beperken tot enkele miljoenen tonnen, is de productie van groene waterstof op basis van elektriciteit essentieel. Tot tweehonderd kiloton in 2030 en een exponentiële groei daarna. De industrie kan deze groene waterstof inzetten ter vervanging van de huidige waterstofconsumptie op basis van fossiele brandstoffen en voor innovatieve productieprocessen. Een belangrijk voorbeeld hiervan is het Steel2Chemicals-project. Daarbij gaat Dow Chemical de restgassen van ArcelorMittal inzetten als grondstof.
Elektriciteitsnet
Voor de productie van deze groene waterstof is ook veel duurzame elektriciteit nodig. Hetzelfde geldt voor de vervanging van aardgas door elektriciteit voor de productie van warmte. Deze toename is gelijk aan de productie van 2,7 gigawatt op zee in 2030. Vergeleken met de huidige elektriciteitsvraag van de industrie in North Sea Port betekent dit minimaal een verviervoudiging in 2030, met een verdere groei daarna.
Een versterking van het elektriciteitsnet is daarom cruciaal, met name in de Kanaalzone Gent-Terneuzen. Bovendien is de aansluiting van Nederlandse windparken op zee binnen het havengebied van belang om te kunnen beschikken over voldoende hernieuwbare elektriciteit. Bovendien moet waterstof worden geïmporteerd om te voldoen aan de toenemende vraag.
Pijpleidingen
Er zijn al veel pijpleidingen in het havengebied aanwezig. Enkele leidingen zijn geschikt voor hergebruik, maar in veel gevallen zal sprake zijn van nieuwe leidingen. Wel is het mogelijk veel bestaande tracés te gebruiken. De kosten voor het transportnetwerk van CO2 en waterstof begroot North Sea Port op 110 miljoen euro.
Bovendien is aansluiting van het netwerk buiten het havengebied ook noodzakelijk, in eerste instantie voor CO2- transport. De kosten hiervoor zijn 95 tot 130 miljoen euro. De daadwerkelijke kosten zijn afhankelijk van de timing en de samenwerking met de havenpartners Antwerpen en Rotterdam.
Samenwerking
Sowieso is samenwerking cruciaal om een grensoverschrijdend pijpleidingnetwerk te kunnen realiseren. Enerzijds tussen de overheden over de grens heen zodat de tracés planologisch en juridisch realiseerbaar zijn. Anderzijds moet er een consortium komen tussen industrie, netwerkbedrijven, overheden en North Sea Port. Het platform Smart Delta Resources kan hierin een belangrijke rol spelen.
Het begin is er, want het onderzoek naar de pijpleidinginfrastructuur is al een gezamenlijk initiatief. Deelnemers zijn North Sea Port, de Stad Gent, Smart Delta Resources, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Vlaanderen, de Provincie Zeeland en de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (I&W) in Nederland.
Bovendien hebben Rotterdam, Antwerpen en North Sea Port al eerder aangekondigd samen CO2 ondergronds te willen opslaan. Ze zijn van plan tot 10 miljoen ton CO2 uit de havengebieden af te vangen en op te slaan in een leeg gasveld. En na 2030 mogelijk meer. Onder de naam CO2TransPorts vragen de drie clusters Europa het project te erkennen als Project of Common Interest (PCI).