De CEO’s van de havenbedrijven van Antwerpen-Brugge, North Sea Port, Duisburg en Rotterdam roepen Europese regeringsleiders op om samen een oplossing te vinden voor de verslechterde positie van de industrie. Aan de vooravond van de Europese Industrietop onderstrepen zij het belang van de onlangs opgestelde Antwerpen Verklaring.
De CEO’s maken zich zorgen over het voortbestaan van de industrie in Europa. De topmannen geven aan dat ze het voortouw willen nemen om het investeringsklimaat voor de industrie in Europa te verbeteren, zodat bedrijven willen investeren in verduurzaming. De havens en industriële clusters willen nog nauwer samenwerken op het gebied van infrastructuur voor de grondstoffen en energie van de toekomst. ‘Dat betekent ook: samen plannen maken en investeren. Eerlijk is eerlijk; dat kunnen we soms nog vaker en beter doen.’
Gezamenlijk antwoord
De vier industriële complexen willen meer werken vanuit een gedeelde visie. ‘Ruimte in havens is al schaars, en duurzamere, bijvoorbeeld circulaire, productie vraagt om veel meer ruimte en soms tijdelijk om extra milieubelasting. We willen daarom samen onderzoeken welke activiteiten we in Europa echt nodig hebben. Waar is die ruimte beschikbaar; fysiek en in regelgeving? Hoe zien onze havens en industrie er in 2050 uit, als deze klimaatneutraal zijn geworden? Een gezamenlijk antwoord geven op die vragen lukt alleen als ook onze overheden met een internationale blik naar de industrie kijken’, aldus de havendirecteurs.
Buiten Europa
De CEO’s vragen van de Europese regeringsleiders om de industrie hierbij te helpen en wijzen op de hogere kosten en complexere wet- en regelgeving dan in andere delen van de wereld voor energie-intensieve bedrijven. Ze sporen de Europese politici aan om een voorbeeld te nemen aan de maatregelen die de VS via de Inflation Reduction Act aan de industrie biedt. ‘Als overheden daar niets tegenoverstellen, blijven investeringen in verduurzaming in Europa uit en verplaatst de industrie zich naar buiten Europa. Bestaande fabrieken hier worden dan zo lang mogelijk in bedrijf gehouden, terwijl ze verouderen en uiteindelijk worden stilgelegd. Dat betekent meer import van buiten Europa met negatieve gevolgen voor het klimaat, onze strategische autonomie en welvaart.’
Cruciale poot
De havenleiders snappen de twijfel over of we de industrie nog wel in onze regio moeten willen. Maar ze hopen dat ‘de industrie de kans krijgt om die in Europa door te maken; zij vormt een cruciale poot onder onze havens, naast logistiek en de energiesector. Hiermee is ongeveer 63 miljard euro aan toegevoegde waarde en ruim een half miljoen jobs gemoeid.’ De CEO’s benadrukken daarom nog maar eens het belang van de onlangs ondertekende ‘Antwerpen Verklaring’.