‘Industriebeleid nodig voor aanpak zwakke plekken’

In no time repareert Gasunie met steun van de overheid een zwakke plek in ons aardgassysteem: ontvangst en opslag van vloeibaar aardgas. Onder meer met de ongeëvenaarde snelle aanleg van de drijvende terminal in de Eemshaven. Het toont volgens Ulco Vermeulen aan dat regie in de vrije markt nodig is: ‘Het nieuwe debat moet volgens mij gaan over wat de optimale mix is tussen industriebeleid en vrije markt.’

Wim Raaijen

Het afgelopen jaar heeft het bewustzijn van de samenleving overuren gemaakt. Zeker bij de zorgen over de leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie. ‘Er is bij veel mensen meer inzicht gekomen hoe het energiesysteem in elkaar steekt’, stelt Ulco Vermeulen, directeur business development bij Gasunie. ‘Vooral de uitdagingen zijn veel duidelijker naar voren gekomen. En dat gaf ook een basis voor creatieve oplossingen. Goede crises bestaan niet, maar crisis does create.’ Nu de hectiek is gedempt, is er iets meer tijd voor reflectie. Ook bij Vermeulen.

Zwakke plekken

Duidelijk werd dat de rol van fossiele brandstoffen – en met name aardgas – nog lang niet is uitgespeeld. Dat we er afscheid van willen en ook gaan nemen is duidelijk, maar transitie is iets van een lange adem. Het gebeurt allemaal niet van de ene op de andere dag.
De geopolitieke omstandigheden geven weliswaar nog meer urgentie aan de transitie en Vermeulen sluit niet uit dat alles nog meer in een versnelling komt, maar we moeten tegelijkertijd ook met beide benen op de grond blijven staan. Voorlopig kunnen we niet zonder aardgas. ‘We hebben in Nederland een goed aardgassysteem en dat moet voorlopig ook zo blijven’, stelt hij beslist. ‘En we wisten tevoren ook wel waar de zwakke plekken in het aardgassysteem zaten en die werden afgelopen jaar ook blootgelegd. Hadden we in Europa al twintig LNG-terminals gehad, dan was de gasprijs niet zo omhooggeschoten.’

‘Hadden we in Europa al twintig LNG-terminals gehad, dan was de gasprijs niet zo omhooggeschoten.’

Gazprom

Opslag is een belangrijke factor in de leveringszekerheid van energie, werd eens te meer duidelijk. ‘Je kunt natuurlijk overal vloeibaar aardgas contracteren, maar je moet het gas wel kunnen opslaan. Op dat vlak hadden we in Nederland een betere positie dan bijvoorbeeld Duitsland. Wij hadden al de Gate-terminal op de Maasvlakte. Toen we die samen met Vopak gingen bouwen, was er best wel kritiek. Zelfs met de commerciële, marktgerichte opzet van Gate.’ De urgentie was niet zo duidelijk. ‘In de eerste jaren kon de terminal wel uit, maar is de opslag niet ten volle benut. Dat werd later wel anders.’
Het belang van de Gate-terminal nam de laatste jaren toe, onder ander door het terugschroeven van de gaswinning in Groningen en de hogere gasprijzen. ‘Vergeet niet dat al voor de inval van Rusland in Oekraïne de gasprijzen enorm stegen.’ En die gingen afgelopen jaar helemaal door het dak. ‘Waar Gate eerst een interessante optie was, werd de terminal nu een noodzakelijkheid. Mooi dat we nu achteraf gelijk hadden, maar laten we eerlijk zijn, de wijze waarop hadden we ook niet kunnen voorzien.’ Zelfs de doorgewinterde Gasunie-man met intensieve contacten bij Gazprom niet. ‘Tot kort voor de inval van Rusland, zag ik die ook niet aankomen.’

Terneuzen

Het echte huzarenstukje van het afgelopen jaar was natuurlijk de aanleg van een drijvende LNG-terminal in de Eemshaven. In zes maanden – sneller dan waar dan ook in de wereld – realiseerde Gasunie met verschillende partners een significante uitbreiding van de LNG-opslagcapaciteit in Nederland. En vanaf het begin was er volledige steun van het kabinet voor het plan. Een telefoontje met minister Rob Jetten was voldoende. ‘Hij begreep het meteen.’
Samen met de relatief eenvoudige uitbreiding van Gate met vijftig procent is de totale jaarlijkse capaciteit voor vloeibaar aardgas in Nederland in korte tijd verdubbeld naar 24 miljard kubieke meter. Een razendsnelle reactie dus op de Oekraïne-crisis.
Daarmee is de kous nog niet af. Gasunie onderzoekt mogelijkheden voor een verdere tijdelijke uitbreiding van de LNG-importcapaciteit. Daarbij wordt naar zowel bestaande als nieuwe locaties gekeken. Kan het bedrijf bijvoorbeeld met technische optimalisaties Eems Energy Terminal en Gate verder uitbreiden? Daarnaast is onder meer de haven van Terneuzen in beeld voor extra drijvende opslag.

‘Als Gasunie hebben we natuurlijk de focus op waterstof. En we zijn maar een schakel. It takes a whole chain to tango.

Beschikbare boten

Daarmee is Nederland voortvarender dan bijvoorbeeld Duitsland, terwijl de situatie daar nog veel nijpender is. Gasunie is in Noord-Duitsland ook een grote speler in het transport van aardgas. Vermeulen heeft zich de afgelopen jaren meer dan eens geërgerd aan de stroperigheid bij de oosterburen. ‘We zijn al meer dan vijf jaar bezig om ook een landbased LNG-terminal in de haven van Hamburg te krijgen. Door alle ontwikkelingen kunnen we die nu eindelijk wel gaan realiseren. Had de terminal er een paar jaar geleden al gestaan, dan waren de problemen echt minder groot geweest.’
Het gebrek aan daadkracht heeft zowel met regelgeving als het uitblijven van overheidssteun te maken. Op beide vlakken gaat dat toch soepeler in Nederland, stelt Vermeulen. De Russische inval heeft de boel in Duitsland inmiddels wel aardig losgetrokken. Zo ging nog in het voorjaar van 2022 de LNG Acceleration Act in werking, waardoor onder andere het vergunningentraject voor energieprojecten werd versneld. En ook kwam de regering in beweging met steun.
Duitsland werd wakker. En dat was ook duidelijk merkbaar. ‘Ineens kaapten de Duitsers overal beschikbare boten voor LNG-opslag weg. Dat leverde ons een probleem op. Wij waren nog volop met de voorbereidingen bezig voor de terminal in de Eemshaven, maar hadden nog geen boot gecontracteerd. Gelukkig konden we eindelijk de Exmar voor vijf jaar vastleggen.’

China

Doordat de opslag van vloeibaar aardgas in Nederland en de rest van Europa is toegenomen en ook andere voorraden zijn aangevuld, is er inmiddels meer controle op de marktontwikkelingen. Toch blijft het nog een paar jaar onzeker, verwacht Vermeulen. ‘Er zijn wel veel langdurige leveringscontracten gesloten met onder andere Qatar en de VS, maar die gaan over twee tot drie jaar in. Tot die tijd blijft er onzekerheid over de aanvoer. En dan gaan verschillende onzekerheden meespelen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld in China? De afgelopen jaren is de groei daar gestagneerd. Trekt die echter aan, dan neemt daar de vraag naar aardgas ook toe en stijgt de gasprijs als gevolg daarvan. En als de oorlog in Oekraïne ook nog jaren duurt, dan kan die combinatie al voor grote problemen zorgen. En dat kan nog worden versterkt als zich andere onverwachte ingrijpende gebeurtenissen voordoen.’

Optimale mix

De crises van de laatste jaren lieten volgens Vermeulen zien dat niet alles met de vrije markt is op te lossen. Het uitbreiden van de LNG-opslag is volgens hem een mooi voorbeeld van samenwerking tussen markt en overheid. ‘Begrijp me niet verkeerd; de vrije markt is wel de basis. Er zit meer dynamiek in de markt dan we vaak denken. Uiteraard maken we ons zorgen. De hoge energieprijzen en vraaguitval zorgen voor grote zorgen in de industrie. Gaat de energie-intensieve industrie vertrekken uit Europa? Maar dat dachten we indertijd ook over de raffinaderijen.’

Die staan er bijna allemaal nog en zijn volop in transitie, impliceert hij. ‘De problemen die we de afgelopen jaren tijdens Covid en de huidige geopolitieke ontwikkelingen zien, zijn echter niet alleen in een vrije markt op te lossen. Ik denk dat we steeds meer een industriebeleid nodig hebben. Overheden moeten in actie komen om bijvoorbeeld mee te helpen de zwakke plekken in het energiesysteem aan te pakken. En hoe gaan we – om maar wat te noemen – om met de afhankelijkheid van China en Rusland? Het nieuwe debat moet volgens mij gaan over wat de optimale mix is tussen industriebeleid en vrije markt.’

Urgentie en regie

Datzelfde geldt ook op het gebied van de transitie. Ook daar kan de overheid met name een verbindende rol spelen. ‘De twee belangrijkste oplossingen voor de transitie zijn naar mijn idee elektrificatie en waterstof. Als Gasunie hebben we natuurlijk de focus op waterstof. En we zijn maar een schakel. It takes a whole chain to tango.’
In tegenstelling tot elektriciteit moet een volledig nieuwe keten worden opgetuigd, inclusief producenten van duurzame stroom en waterstof en ook afnemers. In de industrie is al een grote markt voor waterstof, maar er zijn ook markten die nog volledig moeten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld zwaar transport op waterstof. ‘Niemand in de hele keten kan het alleen. De kunst is dat alle plannen aan elkaar worden geschakeld.’
Daarvoor is urgentie nodig en regie. Misschien zoals indertijd bij de aanleg van het gasnet in Nederland. In relatief korte tijd is een halve eeuw geleden het hele land aangesloten. ‘Ik ben ervan overtuigd dat voor de huidige transitieopgave ook een soortgelijk gevoel van urgentie kan terugkomen.’

Ammoniak

Aan Gasunie zal het niet liggen. Ondanks het hectische jaar zijn de voorbereidingen voor de aanleg van een waterstofnet onverminderd doorgegaan. Eerst binnen de industriële clusters, denk aan de pijpleiding tussen de Maasvlakte en Pernis, en vervolgens zijn de verbindingen tussen de industriële clusters aan de beurt.
Ook denkt het gastransportbedrijf al na over de import van waterstof. Uiteindelijk kan er een internationale markt ontstaan, met overzeese aanvoer van betaalbare groene waterstof uit verre, veelal zonovergoten gebieden, waar de productie van zonne-energie nu al richting één eurocent per kilowattuur gaat.
De uitdaging is het transport over grote afstanden. Vooral ammoniak als drager van de waterstof krijgt momenteel veel aandacht. Ook Gasunie speelt daarop in met bijvoorbeeld plannen voor de bouw van een ammoniakterminal op de Maasvlakte, samen met HES International en Vopak. Maar volgens Vermeulen is ammoniak niet de oplossing voor alles. ‘Ammoniak is als drager vooral interessant voor havens waar de vervolgindustrie er ook wat mee kan, als grondstof. Denk aan Rotterdam of Zeeland. Maar het is niet de enige oplossing die we onderzoeken. Voor de Eemshaven is ammoniak weer minder interessant.’

Stuk grond

Toch denkt Vermeulen dat de Eemshaven een groot Europees waterstofknooppunt wordt. ‘Het heeft een uitstekende ligging aan de Noordzee, er is ruimte, er ligt al veel gasinfrastructuur en ook Zuidwending ligt dichtbij, waar in de toekomst veel waterstof kan worden opgeslagen in zoutcavernes.’
Voor overzees transport van waterstof is het logisch dat daar naar andere opties wordt gekeken. ‘We onderzoeken verschillende mogelijkheden waaronder vloeibaar waterstof of andere waterstofdragers dan ammoniak. Of we eerst in de Eemshaven pilotinstallaties daarvoor gaan bouwen? Dat zou inderdaad heel goed kunnen.’
Achter de kade waar nu de drijvende LNG-terminal ligt, heeft Gasunie niet voor niets een stuk grond gekocht. De terminal ligt daar tijdelijk. De huur loopt over vijf jaar af. Dat op het land tegen die tijd een waterstof-importterminal is verrezen, is zeker denkbaar. Echter in welke vorm geïmporteerde waterstof daar dan komt, is dus nog ongewis.

Dit artikel is geplaatst in Industrielinqs 2023-01

Delen:

Ik ben een creatieve ondernemer, hoofdredacteur, schrijver, filmer en moderator met een been in de journalistiek en de andere in de techniekfilosofie. Werkend vanuit motieven als duurzaamheid, veiligheid, innovatie, efficiëntie, verantwoordelijkheid. De industriële transformatie volg ik op de voet.

wim@industrielinqs.nl